Artificial General Intelligence meer of minder dan werkelijkheid.
Artificial intelligence staat in de belangstelling vanwege de mogelijkheid om de mens te ondersteunen en vervangen. Het wordt ontwikkeld op basis van hoe mensen zijn omgegaan in hun relatie met de hen omringende werkelijkheid.
Hierbij speelt een kwalificatie factor een rol, hoe succesvol is AI in het nabootsen van menselijke successen.
De mens kent echter ook een onsuccesvolle omgang in hun relatie met de hen omringende werkelijkheid. Als mens leren wij van de omgang met de werkelijkheid en worden wij steeds succesvoller. De succesvolle omgang proberen we te handhaven en vast te leggen in begrippen zoals democratie, moraal, wetten en instituties.
In de omgang met de ons omringende werkelijkheid ontdekken wij andere mensen, natuur, grondstoffen, ruimte, schoonheid, zeggenschap en vrijheid maar ook boosheid, afgunst, agressie, criminaliteit zowel in ons zelf als in anderen.
Al deze factoren zijn bepalend voor de kwalificatie “succesvol” dus ook van Artificial General Intelligence.
Naast factoren in de omgang met werkelijkheid bestaat er in ons brijn een virtuele werkelijkheid. Daarin herkennen we God, Hoop en Liefde maar ook angst, depressie, en de ego.
De virtuele werkelijkheid heeft onbewust een uitwerking in hoe we omgaan met de ons omringende werkelijkheid.
Dit alles leidt ons terug naar de kwalificatie factor. Hoe succesvol is de mens in zijn omgang met werkelijkheid en hoe kan AIG leren van alle verzamelde gegevens uit het verleden.
Is AIG succesvol als het voortbestaan van de mensheid ondersteund?
Is AIG succesvol als het voortbestaan van de mensheid vervangt?